Het Griekse Pindos-gebergte. Delfi kennen we allemaal en de kloosters van Meteora tegenwoordig ook. Eeuwig zonde dat die in de top 10 van Lonely Planet zijn opgenomen, met de honderdduizenden toeristen per jaar als gevolg…
Maar tussen die twee trekpleisters ligt een groot berggebied waar werkelijk geen toerist komt. Het is het zuidelijke Pindos-gebergte.
Tekst: Henk van Wijngaarden
Alles en iedereen rijdt er met een grote bocht omheen, geen reisorganisatie die er iets uitvoert. Dat is al eeuwen het geval. De bergen zijn zo onherbergzaam en de schaarse bewoners zijn zo op hun vrijheid gesteld dat Byzantijnse en Ottomaanse ambtenaren het gebied niet durfden in te gaan om belastingen te innen. Zo bleef dit deel van Griekenland ‘niet inbaar’ ofwel ‘onbeschreven’, in het Grieks ‘Agrafa’. Zou dat nog zo zijn? We gaan het al wandelend ontdekken.
Thèrmon, archeologische romantiek
Griekenland heeft veel meer oudheden dan alleen de Akropolis, Olympia en Delfi. Het hele land ligt er vol van, keurig opgegraven maar nooit bezocht (ook niet door Grieken). Thèrmon is zo’n plek. Ooit – 2500 jaar geleden – verzamelden zich hier de volken diep uit de bergen om de goden te vereren, handel te drijven en te feesten. Van alle tempels en verkoopstandjes staat niet veel meer overeind, maar de plek is geweldig en de bewaker is oprecht blij ons te zien. We zijn de eerste bezoekers die maand. ‘Kijk uit voor slangen!’, roept iemand ons na, als we gaan rondlopen op de opgraving. De lichten in het museumpje worden apart voor ons aangedaan. De grote zaal is modern en smaakvol ingericht. De voorwerpen van de opgraving zijn prachtig, een parel die maar weinig reizigers gezien hebben.
Herders op de Veloúchi
Na Thermon trekken we echt het Pindos-gebergte in. Aan de voet van de Veloúchi ligt Karpenísi, hoofdplaats van de provincie Evrytanía. De huidige premier van Griekenland, Kyriákos Mitsotákis, is hier de baas geweest. Dat is te merken. De wegen zijn glad geasfalteerd, overal staan verkeersborden, sportparken zijn aangelegd, het ziekenhuis is fonkelnieuw. Atheense en Brusselse subsidies lijken hier heel goed te zijn besteed. De 2315 meter hoge top van de Veloúchi is het volgende wandeldoel. Hier is de ski-mode uitgebroken, maar kleinschaliger dan op de Parnassos. Het is hier heerlijk koel, terwijl het beneden echt warm is. We maken een rondwandeling over de bergweiden bij het skistation. Her en der trekken kleine schapenkuddes over de helling, soms met herder, soms alleen met honden. Dan is het uitkijken geblazen, herdershonden houden niet van wandelaars. De top halen we niet. Hoeft ook niet, de natuur is ruig en mooi. Het is een Alpine bergervaring, terwijl we beneden in Mediterrane sfeer aan een biertje zitten.
V.l.n.r. Kostas, Niki en onze auteur Henk © foto Maartje van der Klis
Ta Agrafa: het ‘onbeschreven‘ Griekenland
‘Agrafa !’ Nikos zwelt van trots bij het horen van die naam. ‘Hebben jullie een goede auto? Kijk maar uit met de Grieken daar, ze zijn nors tegen buitenlanders.’ Het voelt inderdaad zo als we rechtsaf slaan het ruige dal van de Agrafiotis-rivier in. De weg is breed en niet geasfalteerd. Af en toe een slonzig huis met golfplaten dak. We zijn in een andere wereld beland. Na een uur rijden we Agrafa binnen en komen aan bij het pension van Niki en Kostas. De sfeer is warm, alles behalve nors en afstandelijk. Niki heeft al voor ons gekookt, een heerlijke stoofpot. Maar eerst maken we eerst nog een rondwandeling door het dorp. We beginnen in de grote dorpskerk. Het is zaterdagavond, de koster dweilt de kerkvloer voor de mis van morgen. Natuurlijk mogen we binnen kijken, de kerk is overweldigend mooi. Als we verder lopen, zien we spelende kinderen. Opvallend! Geen bergdorp heeft tegenwoordig nog kinderen, jonge ouders trekken allemaal weg. Maar niet uit Agrafa, de lagere school heeft nog zeker vier klaslokalen. De wandeling die we de volgende dag maken, vind ik de mooiste van de hele reis. Uren lopen we over onverharde bergweggetjes zonder iemand tegen te komen. Onderweg worden we getrakteerd op het ene fraaie uitzicht na het andere. Het is het meest authentieke berggebied dat ik ken, zonder asfaltwegen, zonder stuwmeren, zonder hoge elektriciteitsmasten, zonder bulldozers en geëgaliseerde hellingen. Puur, puur, puur berglandschap.
Watervallen in Arachtos-rivier © foto Maartje van der Klis
Tzoumèrka
‘Waarom blijven jullie maar vier dagen’, vraagt Elvira. ‘Er is hier zo veel te doen en te zien.’ Elvira runt het hotel dat haar vader en Engelse moeder zijn begonnen. Ze runt eigenlijk het hele dorp, want bijna iedereen in Kostitsi werkt in- of voor het hotel. Kleinschalig toerisme op z’n allerbest. Tzoumerka is een volstrekt onbekend berggebied ten zuiden van Ioannina. Ten noorden van de stad liggen de Zagorochoria en de Vikoskloof, wél bekend bij toeristen. Maar Tzoumerka? Het is ruig hier; wat zijn de kolossale rotswanden hoog. De Arachtos-rivier zoekt zich door een peilloos diep ravijn een weg naar de zee. Rafting is er behoorlijk populair, rock climbing ook. Wij kiezen voor een rustige wandeling langs de rivier en vinden enkele prachtige watervallen. Daarna bezoeken we Ottomaanse boogbruggen, een schitterend grottencomplex en het kleine Kypina-klooster hangend tegen een hoge rotswand. Alles in Tzoumèrka heeft charme, de charme van nog niet ontdekt te zijn.
Metéora, tussen hemel en aarde
Metéora is wel ontdekt. Hordes toeristen blokkeren overdag de toegangswegen naar de kloosters. Je bent hen voor door vroeg op pad te gaan. Concentreer je op de wonderlijke wereld die deze verzameling natuurlijke zuilen vormen. Beeld je in hoe in de Middeleeuwen deze kloosters zijn gebouwd, hoe steen voor steen, dakpan voor dakpan, balk voor balk met touwen naar boven werd gehesen. Bedenk hoe afgezonderd deze monniken en nonnen hebben geleefd, zwevend tussen God en de wereld. Wij bezoeken het Ayios Stèfanos-klooster, het enige nonnenklooster van de vijf nog bewoonde kloosters, en we zijn lang niet de enige. In de kloosterkerk proberen we over alle hoofden heen de muurschilderingen en iconostasis te bekijken. We staan snel weer buiten: nee, dit is het dus niet. Het plezier zit weer in het wandelen. We maken er twee en ze zijn geweldig. Het is een fantastische ervaring om over de klinkerpaden tussen de enorme rotswanden omhoog te slingeren en uit te komen bij weer zo’n wonderbaarlijk mooi klooster. We genieten twee dagen volop en sluiten zo twee weken vol spectaculaire belevenissen in het ‘onbeschreven’ Griekenland af.
Klooster in Meteora © foto Maartje van der Klis
Stap Reizen
Stap Reizen publiceert deze speciale rondreis onder de naam ‘het onbeschreven Griekenland’ ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum dat in 2020 wordt gevierd. Alle details van de reis zijn te vinden op de website van Stap Reizen
foto’s Maartje van der Klis