Verticale wanden, diepe kloven en prachtig groene dalen. Tijdens de zesdaagse Pyreneeën huttentocht door Cadí-Moixeró neemt berggids Femke Treep je mee door het afwisselende landschap van natuurpark Cadí-Moixeró.
Tekst Mahlee Plekker
’s Avonds wacht er een hut waar je met de kenmerkende Catalaanse gastvrijheid ontvangen wordt. Maar vergis je niet, want hoewel de tocht door de zuidelijke uitlopers van de Pyreneeën loopt, kom je een paar fijne uitdagingen tegen en is een goede conditie geen onnodige luxe.
Ongerepte uitlopers van de Pyreneeën
Als berggids doet de Nederlandse Femke niets liever dan mensen de schoonheid én de uitdagingen van de bergen te laten ervaren. Hoewel ze dit over de hele wereld doet, hebben de Pyreneeën een speciaal plekje in haar hart: vijf jaar geleden besloot ze dat de Spaanse bergen voortaan haar thuisbasis zijn. Femke: ‘De Pyreneeën zijn prachtig ongerept, met meer ruimte, leegte en vooral minder infrastructuur dan bijvoorbeeld de Alpen. Het feit dat ik deze huttentocht mag begeleiden is extra leuk omdat ik – doordat ik de Spaanse taal én de cultuur in de bergen goed ken – ook op dat gebied van toegevoegde waarde kan zijn.’
Grote kuddes gemzen
Het gebergte waar je tijdens deze zes dagen doorheen loopt, ligt vrij geïsoleerd. Het is niet de hoofdkam van de Pyreneeën, maar ligt iets zuidelijker. ‘Je passeert deels alpineterrein, maar vooral ook veel bossen, graslandschappen en lagergelegen gebieden. Dat maakt de paden over het algemeen goed beloopbaar en de tocht heel gevarieerd’, vertelt Femke. ‘Een van de toffe dingen van de tocht is dat er grote kuddes gemsen in dat gebied leven. Het is heel gaaf om zo’n kudde te zien. In juni lopen we relatief buiten het seizoen waardoor het een stuk rustiger is. Omdat het dan voorjaar is, bloeit er waarschijnlijk van alles. Elk seizoen heeft zo zijn eigen charme. De beklimming van de Pedraforca is een letterlijk én figuurlijk hoogtepunt en een mooie uitdaging tijdens de tocht.’
Wel 1000 hoogtemeters
‘Per dag zijn we zo’n 5 tot 8 uur onderweg en krijg je te maken met flinke hoogteverschillen. Op de langste dag leggen we wel 1000 hoogtemeters af’, vertelt Femke. ‘Maar ik vind het ook fijn om tijdens de route wat rustmomenten in te bouwen. Het is best intens om met een groep op pad te zijn. Het is heel fijn om dan even 20 minuten op een rots te zitten om vanuit die rust en stilte te ervaren hoe het is om in de bergen te zijn.’ Zijn er mensen in de groep die iets willen leren over kaartlezen, geologie of andere skills die je nodig hebt om zelfstandig in de bergen te zijn, dan vertelt Femke daar vanuit haar ervaring graag over.
Lekker overzichtelijk: lopen, eten, slapen
‘Een van de fijnste dingen van een huttentocht is dat het zo overzichtelijk is’, vertelt Femke. ‘Je doet maar drie dingen: lopen, eten en slapen. Slapen doen we in kleinschalige, simpele hutten, meestal op een slaapzaal. Sommige refugis liggen midden in het bos, sommige hebben prachtige uitzichten. Refugi Prat D'aguiló ligt bijvoorbeeld op een vlakte waar veel gemzen leven. Als je ’s ochtends wakker wordt zie je de gemzen daar staan, met die mooie rotswand als achtergrond. En de eigenaar van Refugi Sant Jordi is enorm bevlogen. Hij doet onwijs zijn best om zijn gasten wat van de Catalaanse cultuur mee te geven, onder andere door lokale producten te serveren. Kazen uit de directe omgeving, droge worst en vlees van het bedrijf van drie broers die helemaal circulair werken. De huttenwaard vind het heel leuk om daarover te vertellen.’
Met rozige hoofdjes aan tafel
Per dag – afhankelijk van het weer en de route – sta je bijtijds op. Femke: ‘Dan gaan we ontbijten, tas inpakken en op pad. Het grootste gedeelte van de dag ben je aan het wandelen, tussendoor hebben we langere en kortere pauzes.’ In de loop van de middag kom je bij de volgende hut aan. ‘Na het eten gebeurt er meestal niet zoveel meer’, lacht ze. ‘Iedereen zit met rozige hoofdjes aan tafel, klaar om lekker te gaan slapen.’ Op dagen dat je wat eerder aankomt kun je altijd nog een rondje in de omgeving van de hut lopen, een boek lezen of een spelletje spelen.
Perfecte tocht met weinig bergervaring
Deze zesdaagse huttentocht door de zuidelijke uitlopers van de Pyreneeën is een perfecte tocht voor mensen die nog niet per se heel veel ervaring hebben in de bergen, vertelt Femke. ‘Op wat technische klauterstukken tijdens de beklimming van de Pedraforca na – niet per se geschikt voor mensen met hoogtevrees – is de tocht goed te lopen en daardoor ook geschikt voor mensen die een huttentocht willen uitproberen. Ook het mentale stuk is belangrijk. Het gezicht van iemand die zichzelf overwonnen heeft is een van de leukste dingen van het begeleiden van zo’n tocht. Dus vergis je niet, we komen flinke hoogteverschillen tegen. Een goede conditie is belangrijk. Én zin om jezelf uit te dagen, zoals altijd in de bergen’, lacht ze.