- Nieuws -
De veters strikken van je wandelschoenen lijkt misschien niet heel belangrijk, maar dat is het wel. Als je dit op de juiste wijze doet kan dat onderweg veel voetproblemen voorkomen. Hieronder een aantal tips voor het veteren van je wandelschoenen…
Zorg er in de eerste plaats voor dat je de juiste veters gebruikt. Veters moeten niet te kort en niet te lang zijn. Houdt bij het kopen van nieuwe veters altijd rekening met het aantal haakjes en ogen van je wandelschoenen. Weet ook dat ronde veters eerder los gaan dan platte of halfronde veters. Verder is het van belang je veters tijdig te vervangen (voorkomen is beter dan genezen). Je komt dan nooit voor onverwachte problemen te staan als ergens ver van de bewoonde wereld één van je veters het begeeft. Het is trouwens verstandig altijd een reservepaar mee te nemen als je erop uit trekt.
Hoe strik je je veters?
- Maak ze eerst los en plaats je voet in de schoen
- Druk je voet goed tegen de zool van de schoen
- Duw je hiel tegen de hak en trek vooral je tenen niet in
- Zorg ervoor dat de tong van de schoen goed aansluit
- Trek vervolgens je veters stevig aan en werk hierbij van onder naar boven (niet te strak; afknellen is niet goed)
- Leg dan een dubbele strik in je veters, zodat ze minder snel los gaan
Tijdens het wandelen gaan je veters altijd wat ruimer zitten. Het is daarom verstandig om ze tijdens je wandeling nog eens opnieuw te strikken. Als je bijvoorbeeld aan een lange afdaling begint is het verstandig je veters wat aan te trekken, dat voorkomt het schuiven van de voeten in je schoenen (en dus uiteindelijk blaarvorming).