‘Het is hier ijskoud, maar gelukkig droog.’ Een zin uit de songtekst van Guus Meeuwis over zijn geliefde Brabant. Deze woorden gaan door mijn gedachten als ik wandel in de Kempen, één van de door Meeuwis in zijn muzikale ode aan Brabant benoemde gebieden.
De wind is guur en laat de gevoelstemperatuur tot ver beneden nul dalen, maar het mag de wandelpret niet drukken. Voor de natuur- én cultuurliefhebber zit er veel muziek in de Kempen.
Zowel eind vorig jaar als nu, januari 2024, verken ik de Kempen. Natuurlijk weet ik al zo’n beetje heel mijn leven waar de Kempen zich uitstrekken, in ons land en over de grens in België. Ik heb er op een vakantiepark vertoefd in de tijd dat mijn kinderen nog klein waren. Maar heel eerlijk, ondanks het feit dat het voor mij maar zo’n half uur rijden is om midden in het gebied uit te komen, heb ik het eigenlijk altijd links (of rechts) laten liggen, rijdend over de A2 of de A67, in zuidelijke richting onderweg naar andere bestemmingen.
Spoor helemaal bijster
Nu besluit ik om de Kempen nader te verkennen. Een tweetal natuurwandelingen en een stadstrip door Turnhout maken me zeker nog geen Kempen-kenner, maar brengen me wel verder thuis in een omgeving die door Visit Brabant wordt omschreven met ‘een streek vol prachtige natuur, bijzondere verhalen en heerlijke streekproducten’. De speciale wandelroutekaart van Visit Brabant maakt het voor mij en mijn vriendin Danielle beide keren wel tot een extra ontdekkingstocht. Met de tweede druk van ‘Brabant Zuidoost’ raken we het spoor helemaal bijster. Met de herziene, en meest actuele derde druk, was ons het verdwaald rondlopen de eerste keer niet overkomen. Tijdens de tweede wandeling hadden we ook met deze herziene kaart halverwege opnieuw onze eigen weg moeten zoeken.
Niet erg overigens, zo kom je eens ergens. Zoals in Bergeijk, een van de vele mooie plaatsjes in de Kempen. Op het moment van onze komst ondergaat de dorpskern een renovatie en is het op deze winterse dag uitgestorven. Maar je hebt met zicht op tal van horecapanden niet veel verbeeldingskracht nodig om je een gezellig vertoeven hier voor te stellen op een mooie voorjaars- of zomerse dag.
Betere voorbereiding
Bergeijk heeft zeker ‘een verhaal’, om aan te sluiten bij de marketingtermen van Visit Brabant. Het verhaal van de bekende meubelontwerper en architect Gerrit Rietveld en tuinarchitect Mien Ruys. Een paar straatjes om in Bergeijk en je ziet de hand van Rietveld. In de jaren vijftig ontwierp hij meerdere objecten voor dit karakteristieke dorp in de Kempen. Ik bewonder een klok en een abri van zijn hand. Later lees ik dat er een heuse ‘Rietveldsafari’ en een ‘Tour Rietveldhuis’ is, die je onder meer ook industrieel werk en een paar woonhuizen van zijn hand laat zien.
Hadden we ons maar beter voorbereid, zo zeggen we al snel tegen elkaar bij het lezen van de informatie die we via de website van Visit Bergeijk ophalen. Wellicht hadden we dan ook een bezoek gebracht aan het ‘Landschapspark Mien Ruys’, dat in 2009 de status van Rijksmonument heeft gekregen. Ruys heeft het ontworpen in de eerste helft van de vorige eeuw, in nauwe samenwerking met Rietveld.
Geforceerde samenvoeging
Niet met de kaart van Visit Brabant, maar met google maps vinden we na ons bezoek aan het dorpshart ook weer onze weg in de prachtige omgeving van Bergeijk. Bij het verlaten van het dorp valt mijn oog op het gemeentebord, met een kreet waarbij ik toch even moet stilstaan om ‘m te pakken. BErgeijkLEEF … Met mijn marketeerachtergrond komt er een grijns op mijn gezicht. Wat een geforceerde samenvoeging van woorden, waarover je ook naar meerdere pogingen blijft struikelen. Ik hoop niet dat het veel brainsessies en ontwerpuren heeft gekost, met bijbehorende facturen. Bergeijk verdient beter.
Weg van bewoonde wereld
Genoeg over Bergeijk, zoals gezegd een van de mooie en gezellige karakteristieke dorpen in het Nederlandse gedeelte van de Kempen. Ik noem in deze ook Eersel, Hapert, Bladel, Reusel en Luyksgestel. Maar meer nog dan de kernen van deze plaatsen, met veel historie en cultuur, spreekt mijn vriendin en mij de natuurlijke omgeving aan. Je bent in de Kempen snel weg van de ‘bewoonde wereld’. Wandelen over de paden tussen de akkers en de weilanden is mooi, maar bovenal zijn de bossen en heidegebieden, met volop vennen, aan te bevelen. Althans: naar onze smaak.
De Cartierheide is het centrale gebied tijdens onze tweede wandeling in de Kempen. Het is onderdeel van Boswachterij De Kempen. Op een infobord lees ik dat de Cartierheide zijn naam dankt aan de eigenaar, baron Emile de Cartier de Marchienne. Hij gebruikte de heide als jachtterrein, waardoor het gebied niet werd ontgonnen. En dat maakt dat wij er nu wandelend volop van kunnen genieten.
De paden voeren ons langs uitgestrekte velden met dopheide, en door moerassige delen, begaanbaar met dank aan houten loopbruggen. De hoge waterstand in heel ons land in de tijd van onze kennismaking met de Kempen, was ook hier zichtbaar (en voelbaar). Het levert mooie plaatjes op, zeker in combinatie met een winters zonnetje aan een blauwe hemel. Aan de rand van een bos zien we sporen van reeën, in de vorm van zogeheten ligplekken. Komen we hier tijdens de schemering terug, dan zien we ongetwijfeld een of meerdere van deze altijd weer prachtige beesten om te spotten. En … wellicht ook de wolf.
Hoewel, die kans is gering. Sowieso natuurlijk vanwege het kleine aantal wolven in ons land, maar zeker ook gelet op het feit dat de wolf uiterst schuw is en vooral actief in de nacht. Waarom kom ik te spreken over de wolf? We treffen op een aantal plaatsen tijdens onze wandeling op en rondom de Cartierheide een bord aan dat ons informeert over ‘kuddebeschermingshonden’. De wolf leeft, in ieder geval op figuurlijke wijze ook hier op de Kempen.
Angst voor (loslopende) honden
Sinds de komst van de wolf in Noord-Brabant wordt alles in het werk gesteld om de schaapskudde te beschermen, zo valt te lezen. En ook: Bij de schaapskudde lopen daarom twee kuddebeschermingshonden. Dit zijn geen honden om te aaien en we vragen om afstand te houden. De honden beschermen de schaapskudde en kunnen gaan blaffen als u langsloopt. Loop dan vooral door.
Met mijn angst voor (loslopende) honden, is die tip aan mij wel besteed. Stilstaan bij de schaapskudde is overigens ook geen optie; er valt geen schaap te bekennen. Ongetwijfeld vanwege de (december)tijd van het jaar. Hoewel, als we ’s avonds in het centrum van Turnhout in een restaurantje nagenieten van de dag zien we aan de overkant een aantal schapen staan. Kuddebeschermingshonden zijn niet nodig. Niet zozeer omdat de komst van de wolf hier in de bewoonde wereld niet wordt gevreesd. Maar omdat de schapen een onderdeel vormen van de kerststal op de markt, en zijn zoals alle te bewonderen figuren ‘in beeld gegoten’.
Aangenaam uitje
Turnhout beschouwt zich graag als de hoofdstad van de Kempen. Het grondgebied van de Belgische stad strekt zich uit tot aan de Nederlandse grens. De wafels smaken er prima, het lokale bier is aan te bevelen en het is er goed en lekker eten. Deze ‘culinaire aspecten’ maken ook op een winterse dag een stadswandeling door Turnhout tot een aangenaam uitje.
Mijn vriendin en ik zijn meer natuurliefhebber dan dat onze interesse uitgaat naar cultuur en historie. We pikken het wel graag mee. In combinatie, dat wel, met de hiervoor genoemde ‘culinaire aspecten’. Na de wandeling door de Turnhoutse straten kunnen we ons goed voorstellen dat wie een hart heeft voor cultuur en historie, in dit Belgische stadje helemaal op z’n plek is. De vele oude panden, met meestal mooie gevels, de musea, het kasteel, een prachtige kerk, en zo kan ik nog wel even doorgaan, het komt allemaal op je pad. Zoals ook het geinige beeldje van de Bronzen Adhemar, een onderscheiding in de stripwereld. Turnhout heeft iets met strips. Zo blijkt in de bibliotheek van Turnhout het Stripgids Documentatiecentrum te zijn gevestigd. Overigens wordt het culturele en historische aanbod op diverse plekken ‘overwoekerd’ door de hoeveelheid aan winkels, veelal de bekende ketens die in elk stadscentrum zijn te vinden. Een dagdeel shoppen, ook daarvoor kun je in Turnhout terecht.
Op herhaling
Voor shoppen zijn we niet naar Turnhout gekomen. Maar wel om na onze natuurwandeling over de Cartierheide een ‘vleugje cultuur en historie’ mee te pikken. Tot volle tevredenheid. Als we aan het eind van een lange dag de Kempen teruglopen naar onze parkeerplaats in Turnhout, klinkt alles wat we hebben gezien (en geproefd) als muziek in de oren. Het is hier ijskoud, maar gelukkig droog. Guus Meeuwis klinkt in gedachten. Zoals ook de smaak naar meer. Op een mooie dag in het voorjaar, of de zomer, gaan we ongetwijfeld op herhaling.