Komend najaar lopen mijn vriendin Danielle en ik de Dutch Mountain Trail, de uitdagende wandeltocht van ruim 100 kilometer die in Zuid-Limburg de Seven Summits met elkaar verbindt.
Ik ga je later dit jaar uitgebreid over onze belevenissen vertellen; nu alvast een voorproefje. We liepen warm op en rond de Kattenroth, en deze ene heuvel levert al volop Wandelpraat op.
Brachten mijn eerste twee Wandelpraat-verhalen je naar Frankrijk, nu neem ik je mee naar de Limburgse heuvels. Door middel van www.dutchmountaintrail.nl en het boekje Dutch Mountain Trail en de Seven Summits (uitgave van Stichting Moving Mountains) hebben we ons voorbereid op de wandeling vanuit Noorbeek. Ook hebben we ons al stevig ingelezen over de totale Dutch Mountain Trail. Maar dat dus voor later. Nu staat enkel de Kattenroth-route op de rol, met start en finish nabij de Noorbeekse kerk.
Nog geen tweehonderd meter ver word je al gegrepen door wat het prachtige heuvelland van Zuid-Limburg zo kenmerkt. Struiken die de bermen vormen, fruitboomgaarden links, een weidse blik voor je en een karakteristieke boerderij (omgebouwd tot een B&B) aan je rechterhand.
Idyllisch beeld
Al snel draaien we een zogeheten ‘holleweg’ in, waarvan de metershoge berm niets aan duidelijkheid te wensen overlaat: we bewegen ons in een gebied waar de das thuis is. Over een afstand van nog geen honderd meter zien we tientallen uitgangen van een of meerdere dassenburchten. “Voorzichtig scharrelt een das onder de oude, knoestige hoogstamfruitbomen, op zoek naar gevallen zoete pruimen”, zo lezen we op een infobord. Een ietwat idyllisch beeld wordt daarmee - in onze ogen - geschetst. De bomen zien we, inclusief pruimen, maar de das is en blijft een nachtdier en op dit moment van de dag veilig in zijn of haar burcht.
De terugkeer van de distel
Inmiddels zijn we de grens met België overgestoken. We zitten midden in het natuurgebied Altenbroek. Mijn oog valt op de vele verschillende bloemen, waaronder de akkerwinden en de kaardenbol. De kaardenbol heeft met zijn stekelige stengels veel weg van een distelsoort, maar behoort tot de kamperfoeliefamilie. Dat wil niet zeggen dat we geen distels zien. Zeker wel. De kale jonker bijvoorbeeld, en de akkerdistel. Sinds enige tijd groeien ze weer op deze plek. Terug van weggeweest, zo heb ik tijdens mijn voorbereiding op deze tocht gelezen.
Het verhaal wil dat distels het de boer vroeger moeilijk maakten. Koeien en paarden liepen door de distels kleine wondjes op, waardoor ziektes als tuberculose werden verspreid. Om die reden werd de verdelgingsplicht ingevoerd. Nu is die wetgeving achterhaald. Voor de natuur zijn distels van groot belang, omdat ze het hele jaar door nectar bieden voor vlinders en bijen. Met dank aan beheerder Natuurpunt groeien ze er dus weer. Natuur zonder distel is als een café zonder bier, zo wordt op grappige toon de terugkeer onderstreept.
Prachtig bloeiende orchideeën
Tijdens een vorige wandeling in het Limburgse land, een deel van het Krijtlandpad, werden we verrast met prachtig bloeiende orchideeën. Daar hadden we tijdens deze trip ook op gerekend. Helaas, we hebben er geen gezien. In de komende jaren moet dat veranderen, zo lezen we op een infobord van Natuurpunt (Vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen).
De graslanden die we passeren stonden lange tijd bekend om hun vele orchideeën. Met de komst van kunstmest veranderden de schrale graslanden tot akker. Funest voor de orchidee. Nu de percelen eigendom zijn van Natuurpunt wordt invulling gegeven aan de wens om de verloren gegane orchideeënrijke graslanden te herstellen. De fosfaatrijke bouwlaag moet worden verwijderd, zodat de schrale kalkrijke bodem weer aan de oppervlakte komt.
Herinneringen aan Voerstreek
Een paar kilometer ver op Belgische bodem krijgen we een prachtig vergezicht voorgeschoteld. Met een spoorbrug, gelegen in het plaatsje Sint-Martens-Voeren. Met een lengte van 250 meter en een hoogte tot 23 meter overspant dit viaduct de vallei van de Voer. Het bestaat uit elf bogen van 15 meter. De route leidt ons via een prachtige afdaling onder de spoorbrug door.
We zijn in de Voerstreek, die tot deze wandeldag in mijn gedachten enkel negatieve herinneringen opriep. Herinneringen die teruggaan naar mijn tienertijd, toen de spanningen in deze regio hoog opliepen. De Walen wilden dat de Voerstreek weer tot het Franstalig deel zou behoren. Het leidde over een langere periode tot botsingen tussen Vlaamse en Waalse activisten. Op het kookpunt was er zelfs een staat van beleg en veldslagen met de politie.
Het hoogste punt
Ik weet niet of destijds Sint-Martens-Voeren ook in ‘vuur en vlam’ stond. Laten we daar ook maar niet bij stilstaan. Danielle en ik verlaten de verharde weg en slaan weer een bospad in, dat ons verder leidt door de prachtige omgeving en uitkomt op het hoogste punt van de Kattenroth. Eerlijk gezegd, in mijn ogen een van de minst mooie plekken van de wandeling. Even een blik en ‘door’ voor de laatste twee kilometer.
Een ree aan de rand van een wei trekt onze aandacht. En wij die van haar. Weg is ze. De hoeveelheid aan wissels, de door dieren gevormde verbinding tussen bijvoorbeeld foerageergebied en rustplek, laat zien dat er in dit gebied volop groot wild leeft. Ook de diverse sporen, waaronder pootafdrukken en uitwerpselen, verraden dat. Vaste bewoners zijn onder meer de dassen, everzwijnen, vossen en reeën. Over de wolf wordt niet gerept. Wel over de wilde kat en de lynx. Hun terugkeer (vanuit Eifel en Ardennen) in de komende decennia in dit gebied wordt niet uitgesloten.
Uitermate geschikt voor wijnbouw
Terug richting Noorbeek doemt plots een heuvel vol wijnranken op. Ik had al gelezen dat de mergelbodem Zuid-Limburg uitermate geschikt maakt voor wijnbouw. Wijngaard Op gen Heugde is daarvan een mooi voorbeeld. Een infobord praat ons bij. De wijngaard telt zo’n 1.350 Pinot Gris stokken, waarvan de druiven een droge witte wijn opleveren. De exploitatie van de wijngaard is in handen van Wijndomein Heerenhuys d’r Pley. De vereniging richt zich vooral op het bevorderen van de kwaliteit van de wijnbouw in betreffende regio en de promotie van Noorbeek als wijndorp. Met onder meer een heuse wijngaardenwandeling.
Die specifieke wandeling slaan we over, we beperken ons tot de Kattenroth-wandeling als opwarmer voor de Dutch Mountain Trail. Noorbeek is weer in zicht. Langs het laatste onverharde pad terug naar het dorp zien (en ruiken) we wilde jasmijn, en ook heggerank en rozebottel. Stuk voor stuk planten die zich thuis voelen in de vele Limburgse heggen.
Cappuccino en appeltaart
En over zich thuis voelen gesproken: even later zitten we op ons gemak op het terras van Café d’r Pley, gezellig kletsend met Ellen, die samen met haar partner Paul het café runt. De cappuccino en de appeltaart smaken heerlijk na onze tocht van een kleine negen kilometer. Op de voorgevel van het café zie ik een bordje dat vertelt dat we te gast zijn in een Koerse Kwaremont Kaffee. Mijn wielerhart gaat sneller kloppen.
De Kwaremont, eerder dit jaar heb ik de kasseienheuvel nog beklommen toen ik deelnam aan de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen, zo’n 250 kilometer door de stromende regen. Een speciaal bier is onder dezelfde naam op de markt gebracht met een alcoholpercentage van 6,6, gelijk aan het gemiddelde stijgingspercentage van de bekende en beruchte Vlaamse wielerheuvel. Ellen verzekert dat menig wielertoerist én nog meer wandelaars zich op haar terras belonen met een Kwaremont. Ik sla (dit keer) over, en denk in dit café mét bier terug aan dat andere café waarover eerder werd gerept tijdens onze wandeling van vandaag. Natuur zonder distels is als een café zonder bier … Danielle en ik proosten met onze koffiekopjes op iedereen die zich inzet voor onze leefomgeving, zoals Natuurpunt, en kijken uit naar oktober. Dan gaan we de pracht van vandaag in zevenvoud beleven. Inclusief orchideeën. Zuid-Limburg zonder orchidee is immers als een … Meer woorden zijn niet nodig om elkaar te begrijpen.
Wordt vervolgd! Na Wandelpraat vanuit Duitsland (september) en opnieuw Frankrijk (oktober) ga ik je in november bijpraten over onze Dutch Mountain Trail.