De Chartreuse. Tot voor kort kende ik het alpenmassief op de grens van Isère en de Savoie enkel van naam. Na zo’n vijftig wandelkilometers op het voor mij onbekende terrein, gaat de vraag door mijn hoofd waarom liefhebbers van bergwandelen de Chartreuse - op uitzonderingen na - links laten liggen...
‘Onbekend maakt onbemind’ is een antwoord dat ik tijdens mijn verblijf opteken. Een kennismaking met een berg aan ervaringen en herinneringen die uitnodigen tot een snelle terugkeer.
Onbekend maakt onbemind. Het zijn woorden uit de mond van Paul Bogaards. Zijn vrouw Marjolein en hij hebben met chambres et table d’hôtes L’Ancienne Ecole du Villard een uniek pand op een al even unieke locatie. Met Inge en Ronald, een bevriend stel waarmee we jaarlijks op pad gaan, verblijven mijn vriendin Danielle en ik er een aantal dagen, als uitvalsbasis voor het wandelen in de Chartreuse.
Verliefd
Marjolein en Paul zoeken al vier jaar naar een geschikte plek en pand als ze stuiten op de oude dorpsschool van Villard. Paul: “We hadden de hoop bijna opgegeven. Of het geluk in deze ons niet toelachte, of we toch te weinig lef hadden om de definitieve beslissing te nemen, we weten het niet. Misschien waren we wel te kieskeurig. Hoe dan ook, het wilde niet lukken. We gaven ons nog een kans, en die pakten we heel serieus aan. We zegden onze banen op, Marjolein als woordvoerster bij UMC Groningen en ik als verkoper van vrachtwagens. En we trakteerden onszelf op een sabbatical van een half jaar waarin we vol voor de laatste kans gingen.”
Tot het goed voorbereiden behoort het op papier zetten van zo’n tien te verkennen adressen. Paul: “Het vierde of vijfde bezoek bracht ons in de Chartreuse. Meteen maakte de rust, de natuur en de cultuur ons verliefd op de omgeving. En op het pand, een oud schoolgebouw, al zo’n twintig jaar in gebruik als chambre d’hotes. Wat ons vooral aansprak, en dat tot op de dag van vandaag, is de ligging, in het hart van de Chartreuse, midden in de natuur. Het uitzicht is machtig mooi, de bereikbaarheid is heel goed, en bovendien in de nabijheid van twee serieuze steden.”
Klimmen en dalen
De Chartreuse is een Frans Alpenmassief ten noorden van Grenoble en ten zuiden van Chambéry. Het ligt voor zo’n driekwart in het departement Isère en voor het overige deel in Savoie. Het massief is ongeveer 40 kilometer lang en 15 kilometer breed. In tegenstelling tot de meeste regio’s in de directe omgeving is het tot op de dag van vandaag een heel rustig gebied. Hoe dat komt? Paul weet het niet, maar heeft wel een gedachte. “Ik denk dat hier echt het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’ opgaat. Gold ook voor ons. We kwamen al zo’n 25 á 30 jaar in Frankrijk, maar kenden dit gebied niet. Ik had het graag eerder leren kennen. Bovenal vanwege de rust.”
Marjolein knikt instemmend en vult aan: “Je kunt hier wandelingen van een halve of hele dag maken zonder iemand tegen te komen, of slechts een handjevol andere wandelaars. De prachtige natuur is verrassend voor velen, maar ook de pittigheid van de wandelingen. Er is geen meter vlak. Het is continu klimmen en dalen.”
Indrukwekkend rotsplateau
De woorden van Marjolein hebben we de eerste twee dagen al ervaren, met een tocht naar de top van de Col des Aures en eentje langs schitterende rotspartijen en door een rijkelijk begroeide rivierdal en -bedding. Maar bovenal krijgen haar woorden inhoud op onze derde wandeldag. We worden door Paul naar het naburige La Plagne gebracht om vervolgens een 21 kilometer lange tocht te ondernemen over de haute plateau de l’Alpe. Vanaf het balkon van onze chambre d’hotes hebben we al dagen uitgekeken op indrukwekkend (en uitdagend) rotsplateau. Vandaag wordt het ons wandelpodium. Paul en Marjolein noemen het de ‘tafelberg’, waarvan het hoogste punt op 1867 meter ligt.
Het plateau ligt in het hart van het ‘Parc Naturel Régional de Chartreuse’, op de grens van Isère en Savoie. Het natuurreservaat is bijna 70.000 hectare groot. De start van de wandeling wordt even opgehouden door een kudde koeien, die door de boer van de ene naar de andere wei worden gebracht. Rondom de bergdorpen een vaak voorkomend tafereel, telkens ook weer mooi om te zien en te beleven. Mijn oog, en dat van mijn wandelgenoten, valt tijdens het oversteken van de koeien ook op een infobord. Specifieker: op de afbeelding van een paar beren.
Beren en lynxen
Moeten we ons voorbereiden op hoe te handelen bij het treffen van zo’n indrukwekkend beest tijdens onze wandeling? Als de informatie op het bord klopt niet. De bruine beer is sinds het einde van de negentiende eeuw door intensieve jacht verdwenen uit de Alpen, ook hier in de Chartreuse. In de Pyreneeën leven er naar schatting nog zo’n vijftien. Het bord tipt ons om vlakbij, in Entremont-le-Vieux, het holenberenmuseum te bezoeken. Waar het bord niet over rept is de aanwezigheid van lynxen in het ons wandelgebied van vandaag. Op een andere wijze komen we daar tijdens de wandeling wel achter ...
Doorzettingsvermogen beloond
De eerste zes, zeven kilometer stijgen sterk. Het pad omhoog is bezaaid met stenen, en ook heel veel boomwortels zorgen ervoor dat je continu goed moet kijken naar waar je je voeten neerzet. Het is bovendien glibberig. Op sommige stukken is de klim zwaar, maar opgeteld en wel goed te doen voor iemand die conditioneel in orde is. En mocht het toch wat veel van je doorzettingsvermogen vragen, dan word je boven op het plateau ruimschoots beloond.
Overigens ook al onderweg. De bossen naar de top bestaan voornamelijk uit beuken en sparren. Op de hellingen zie je ook esdoorns en een grote diversiteit aan mossen, varens en korstmossen. De rotsachtige wanden herbergen ook diverse opmerkelijke planten en ik zie met regelmaat een zwarte specht.
Mooiste bloeitijd
De drie á vier kilometer wandelen boven op het plateau brengt ons een diversiteit aan beelden. Dan weer loop je door een weiland, al dan niet bezaaid met stenen, dan over een rotsachtig terrein met diepe spleten en holen, en vervolgens gedurende een paar honderd meter onder het bladerdak van hoge bomen. De kliffen en rotsen herbergen een veelheid aan kleurrijke planten. De periode van het jaar waarin we de Chartreuse bezoeken, begin juni, biedt natuurlijk de mooiste bloeitijd.
Op de weiden zien we, hoewel het toch al laat in het najaar is, nog geen koeien, schapen en geiten. Wellicht is de kudde die we vanmorgen in het dal troffen onderweg. Vroeger trokken de herders mee met de kudde en verbleven ze de hele zomerperiode boven. Een verblijfplek van destijds zien we nog wel, de Bergerie de l’Alpette. Het pad, meer een spoor in het gras, loopt voor langs de herdershut en klimt uit de vallei en draait het bos in. Een sprookachtig bos, door het dak van bladeren en de dichte bodembegroeiing met mossen en varens. Een decor dat in de Efteling niet zou misstaan.
Machtig mooi
Op de rotsachtige delen van het plateau, en de delen van de weiden die met stenen zijn bezaaid, zien we volop marmotten. Soms vluchten ze snel, maar soms ook blijven ze nieuwsgierig zitten en zijn ze tot op een tiental meter te benaderen. In de lucht zien we in de verte een roofvogel. Wat voor een? Ik weet het niet, pas te laat krijg ik mijn verrekijker op scherp. Hij (of zij) is wel van een fors formaat. Wellicht de steenarend, die in een gering aantal ook in de Chartreuse leeft. De hoop op het zien van een gems blijkt ijdel. Helaas. Onder meer van tijdens een trip naar de top van de Zugspitze weet ik hoe machtig mooi het is om een gems van dichtbij te zien. Na verdwenen te zijn, zo heb ik gelezen, leven ze nu weer in deze regio en zijn ze (met geluk) waar te nemen, met als grootste kans op de met gras begroeide richels.
Voetafdruk van lynx
En dan begint de afdaling, die soms heel verraderlijk is. Enerzijds op de stukken waar je van rots naar rots moet stappen, anderzijds op plekken waar de ondergrond uiterst glibberig is. Plots ziet Danielle een pootafdruk van een groot beest. Toch beren? Speurwerk via Google leert dat het van een lynx is, en gelet op de versheid van het spoor in de modderige bodem moet het beest heel recent nog op deze plek zijn geweest. Hoe gaaf zou het zijn geweest om het dier in het echt te zien, althans op gepaste afstand …
De afdaling bezorgt ons vele mooie momenten, en brengt ons uiteindelijk terug bij onze chambres d’hotes. Het is een complete natuurdag geweest. Het gehalte cultuur was miniem, terwijl de Chartreuse ook op dat vlak weldegelijk veel te bieden heeft. Dat hebben we op de eerste twee dagen ook wel ervaren, met onder meer kloosters, musea en diverse kastelen. Of restanten daarvan. Zoals die van Chateau de Montbel, met prachtige vergezichten op de omgeving.
Florerende houthandel
Die eerste twee dagen hebben we ook volop houtzagerijen en andere activiteiten in de houtindustrie gezien. Het is de belangrijkste bron van inkomsten van de inwoners van de Chartreuse die niet in een van de nabijgelegen steden werken. Het beheer van de bossen levert een florerende houthandel op. De toeristensector daarentegen is en blijft wat betreft de lokale bevolking beperkt. Ook de overheden lijken er zo over te denken. Laat het maar lekker rustig blijven in de Chartreuse, zo luidt de overheersende gedachte.
Zestig procent
Onze start van de dag is telkens met een gevarieerd ontbijt. En in de vroege avond genieten we elke dag van een heerlijk diner. Iedere keer opnieuw met totaal andere ingrediënten en verrassend van samenstelling. Van varkenswang en witvis tot quiche en een kaasplankje met lokale lekkernijen. Gastvrouw Marjolein en gastheer Paul blijken de kookkunst prima te verstaan. Ik ben noch een fijnproever noch een kenner, mijn mening is dan ook niet echt culinair onderbouwd, maar is wel samen te vatten met ‘heerlijk genieten’. Wat ik aan me voorbij laat gaan is de door Paul zeer aanbevolen likeur van de Kartuizer monniken van het nabijgelegen klooster. Zij maken in hun eigen distilleerderij eigen likeuren, waaronder de in deze regio ‘wereldberoemde’ Chartreuse Verte. Het alcoholpercentage gaat richting de zestig procent. Voor alle andere aanwezigen: proost!
Eenzaamheid en stilte
Het klooster, dat staat in Saint Pierre de Chartreuse, is overigens niet open voor publiek. De monniken leven tot op de dag van vandaag ‘in eenzaamheid en stilte’. Wel te bezoeken is het aangrenzende museum met centraal het leven van deze monniken. Of het museum een bezoek waard is, dat kan ik niet zeggen. We verkiezen wandelen in de prachtige natuur boven een nadere kennismaking met de monniken, wiens levensomgeving met ‘rust en stilte’ duidelijk overeenkomt met onze wandelomgeving.
Andere trefwoorden die ons bezoek aan de Chartreuse weergeven zijn naar mijn ervaring ruimte, natuur, inspanning en ontspanning en dankzij Marjolein en Paul culinaire verwennerij. Het zal dan ook zeker niet bij deze ene keer blijven dat ik in de Chartreuse vertoef. Maar dat ga ik niet van de daken schreeuwen. Ik sluit me aan bij de lokale bevolking in de Chartreuse (en ongetwijfeld ook bij de monniken) en zwijg verder: laat het maar lekker zo rustig blijven.